Bolletje BV kent een lange historie van bakken. In het jaar 1867 werd de grondslag gelegd voor het eigentijdse familiebedrijf van nu. Na de tweede wereldoorlog ontwikkelde de derde generatie uit de familie Ter Beek zich tot een absolute beschuitspecialist.
Bolletje BV kent een lange historie van bakken. In het jaar 1867 werd de grondslag gelegd voor het eigentijdse familiebedrijf van nu.
Albertus Antonius ter Beek (1802-1868) is koopman, blauw- en zwartverver, ‘zetter’ van Ambt Almelo en broodverkoper. Kort voor zijn overlijden koopt hij een pand aan de Groote Straat Nieuwe end in Almelo, voor zijn zoon Gerardus Johannes (1843-1933). Deze treedt op 7 november 1867 in het huwelijk, opent een bakkerij met winkel en legt hiermee de basis voor het familiebedrijf dat sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw bekend staat als Bolletje.
Zoon Bernard (1877-1958) begon in de jaren twintig in de bakkerij van zijn vader met de specialisatie in beschuit. Zo kwam hij met z’n bakfiets, gevuld met beschuiten, toen al tot in Deventer. Zijn vrouw zorgde voor de florerende bakkerswinkel aan de Grotestraat in Almelo. Tegenwoordig is dit pand nog steeds in bedrijf, want daar zijn nu de Bolletje Winkel & Koffieschenkerij Anno 1867 en het Bakkerijmuseum ‘De Meelzolder’ gevestigd.
In de dertiger jaren werden de vijf zonen en twee dochters in het bedrijf opgenomen. De dochters in de winkel, de zonen in de bakkerij. Die periode wordt door de oudste (G.J. ter Beek) omschreven als een periode van geweldig geploeter: “Steeds langer werken om hetzelfde minimum te blijven verdienen. En dan op zondagmorgen uit de kerk weer de bakkerij in om de deftigste klanten ook op zondag van vers gebak te voorzien.”
Na de tweede wereldoorlog ontwikkelde de derde generatie uit de familie Ter Beek zich tot een absolute beschuitspecialist. In 1954 startte zij een industriële bakkerij aan de Turfkade in Almelo: Nederlands jongste beschuitfabriek. Er zijn dan in Nederland een twintigtal beschuitfabrikanten.
Het was deze generatie die het A-merk Bolletje op de Nederlandse markt zette en er marktleider binnen de beschuitmarkt mee werd.
Niet in het minst door het met groot succes hanteren van het reclamewapen. De reclame was voor die tijd opvallend, maar bovenal humoristisch.